Na de eerste verzameling, analyse en rapportage van JOP-monitor 1 kan de discussie over de 'harde kern' (grote) jeugdmonitor (her)start worden. In 2013 is zowel de derde versie van de algemene JOP-monitor als de nieuwe schoolmonitor in gebruik genomen. In samenwerking met het Cultureel Centrum (onderzoeksrichting Culturele Educatie) vond binnen deze klassen nog een evenement plaats.
Van de zeventig scholen waarmee contact is opgenomen, waren uiteindelijk slechts 31 scholen bereid mee te werken aan het onderzoek. Het responspercentage van het eerste vervangende monster was veel hoger dan dat van het eerste monster. Van de 45 gecontacteerde scholen uit de eerste vervangingssteekproef waren 29 scholen bereid deel te nemen.
Antwerpen en Gent tellen in totaal 95 secundaire scholen, waarvan 47 scholen niet werden gecontacteerd voordat de JOP-monitor Antwerpen-Gent in 2012 werd afgenomen. Door de samenwerking met de onderzoekslijn vulden de Vlaamse en Antwerpen/Gentse scholen de helft van de leerlingen komen in de JOP schoolmonitor.
Controle en data-invoer
Dit wegens afwezigheid wegens ziekte of uitsluiting van de leerlingen of wegens afwezigheid van bepaalde lessen wegens een excursie. Bij gebrek aan volledige klassen werd er alles aan gedaan om een latere afspraak te maken om deze klassen te kunnen bevragen, maar dit is niet voor elke klas gelukt.
Beoordelen van de representativiteit
Representativiteit leerlingen eerste graad
De database van jaar 1-studenten werd gewogen naar geslacht en onderwijsnetwerk, op basis van gegevens verkregen van het ministerie van Onderwijs voor het schooljaar 2012-2013. Om de gegevens te wegen worden de cijfers van de eerste graad van het jeugdonderwijs gebruikt. De wegingscoëfficiënten zijn gebaseerd op de percentages in de steekproef en in de populatie.
Categorieën met een weging hoger dan 1 zijn ondervertegenwoordigd in de steekproef en categorieën met een weging lager dan 1 zijn oververtegenwoordigd. De hoogste wegingscoëfficiënten vinden we bij jongens die lessen volgen op een school die geen deel uitmaakt van het particulier onderwijs. De laagste wegingscoëfficiënt wordt gerapporteerd voor jongens in het vrij onderwijs.
Representativiteit 14- tot 18-jarigen
Schaalconstructies eerste graad
Schaalconstructie
- Inleiding
- Zelfbeeld
- Angst voor criminaliteit
- Relatie met ouders
- Schoolbeleving
- Tevredenheid met het leven
- Overlastpercepties
- Schaamte
- Schuld
- Morele regels
Alle items laden op de eerste (eigenwaarde 3,45; verklaarde variantie 68,98%) zodat een ééndimensionele schaal is geconstrueerd waarin alle items werden opgenomen (zie tabel 2.3). Een exploratieve factoranalyse op de items over de responsiviteit van de vader toont een ééndimensionele structuur (eigenwaarde 3,03; verklaarde variantie 75,78%). Ook de items over de responsiviteit van de moeder vormen samen één schaal (eigenwaarde 3,04; . verklaarde variantie 75,97%).
Deze schalen praten over de mate waarin vaders en moeders betrokken zijn bij gevoelens, problemen, verlangens, Deze schoolwelzijnsschaal is gebaseerd op Stoel's General School Perception Scale (Stoel, 1980) en werd in Vlaanderen getest door Verhoeven, Vandenberghe en Van Damme (1992). De correlaties tussen de schaal op schoolervaringen en de schaal op contact met leerkrachten/leerkrachten zijn hoog (.435).
Dit geeft aan dat de ervaring van contacten met leerkrachten een integraal onderdeel is van de algemene schoolervaring en daar dus niet los van kan worden gezien. Ik ben tevreden over de contacten met de docenten .847 .639 Ik kan openlijk mijn mening geven, ook als die afwijkt van die van de docent. Deze schaal is ook in de eerdere onderzoeken van de JOP-monitor aan de respondenten voorgelegd.
Ook de betrouwbaarheid van deze schaal blijkt voldoende hoog, met een Cronbach alpha van .850. Deze schaal is een zelfontwikkeld instrument om de waargenomen aanwezigheid te meten van verschijnselen die mogelijk als hinderlijk kunnen worden omschreven. De deelnemers aan dit onderzoek is gevraagd om voor elk van de aan hen gepresenteerde fenomenen aan te geven in hoeverre zij dit als een probleem ervaren in hun eigen buurt.
Alle items laadden op de eerste factor (eigenwaarde 4,51; verklaarde variantie 64,44%), dus werd een eendimensionale schaal geconstrueerd die alle items omvatte (zie tabel). Deze schaal is afkomstig van PADS+ (Peterborough Adolescent and Young Adult Development Study). ) project (Wikström & Butterworth, 2006) Alle items werden op de eerste geladen (eigenwaarde 3,65; verklaarde variantie 60,90%), zodat een eendimensionale schaal werd geconstrueerd waarin alle items waren opgenomen (zie tabel.
Alle items laden op de eerste (eigenwaarde 3,10; verklaarde variantie 51,83%), zodat een ééndimensionale schaal werd geconstrueerd waarin alle items werden meegenomen (zie tabel). %), zodat een eendimensionale schaal werd geconstrueerd waarin alle onderwerpen werden meegenomen (zie tabel.
Schaalconstructies vragenlijst tweede en derde graad
- Inleiding
- Zelfbeeld
- Negatief toekomstperspectief
- Onveiligheidsgevoelens
- Relatie met ouders
- Schoolbeleving
- Etnocentrisme
- Tevredenheid met het leven
- Autoritarisme
- Houding tov Joden
- Angst voor criminaliteit
- Percepties van overlast
- Schaamte
- Schuld
- Morele regels
- Genderrollen
- Sexisme
- Gender stereotypen
Voor het meten van het onveiligheidsgevoel hebben we gebruik gemaakt van de schaal ontwikkeld voor een onderzoek naar middenveldparticipatie (Smits, Elchardus et al., 2000). De vijf items die in de voorgaande afnames van de JOP-monitor de hoogste factorladingen hadden, zijn in deze JOP-schoolmonitor 2013 op- genomen. Een exploratieve factoranalyse op de items over de responsiviteit van de vader toont een ééndimensionele structuur (eigenwaarde 3,13; verklaarde variantie 78,24%).
Items over responsiviteit van de moeder vormen ook een schaal (eigenwaarde 6,12; verklaarde variantie 76,55%). Het item 'Ik voel me vaak ongelukkig op school' wijkt iets af van een van de items op de schaal van schoolwelzijn in eerdere JOP-monitoren ('Ik voel me ongelukkig op deze school'). De reden hiervoor is dat we op zoek waren naar een indicator van schoolervaring die niet noodzakelijkerwijs verwijst naar de specificiteit van iemands school.
Dit betreft het item 'Ik zou graag van school verande- ren' en twee items van de schaal 'contact met leerkrachten'. Een aantal items hebben voorts te maken met de percepties van scholieren omtrent hun aankunnen van de studies en hun presteren in de klas. Een van de deelaspecten van schoolbeleving – welke vroe- ger mee opgenomen werd in de JOP-schaal voor schoolwelbevinden – betreft de attitude tegenover opleiding/studierichting/studie-inhoud.
In voorgaande jaren besteedde de JOP-monitor nog geen aandacht aan contacten met leeftijdsgenoten als onderdeel van de schoolbeleving. In verband met de huidige JOP schoolmonitor 2013 is besloten de schaal te beperken tot vier punten. Een andere dimensie zegt iets over lichaamstevredenheid (conditie, gezondheid, uiterlijk), deze dimensie verklaart 13% van de variantie en heeft een cronbach alfa van 0,779.
