Een van de belangrijkste taken van het Federaal Planbureau (FPB) is beleidsmakers te helpen de toekomstige evolutie van de Belgische economie te voorzien. In mei publiceert het FPB op verzoek van de sociale partners de Economische Middellangetermijnvooruitzichten in internationale context. De verwachte stijging van de levensverwachting bij de geboorte gedurende de projectieperiode zou gemiddeld 2,0 maanden per jaar bedragen voor mannen en 1,3 maanden per jaar voor vrouwen (vergeleken met respectievelijk 3,0 en 2,0 maanden tijdens de projectieperiode). 1991-2011).
Vergeleken met de vorige editie is de neerwaartse bijstelling van de totale bevolkingsgroei over de gehele projectieperiode veel groter dan in 2030. De trends in levensverwachting en vruchtbaarheid weerspiegelen in grote lijnen sociaal-demografische ontwikkelingen, economische ontwikkeling en de toename van het maatschappelijk welzijn van recente decennia. In 2011 werd tussen het ADSEI en het FPB een akkoord gesloten over de algemene organisatie van de bevolkingsprognoses.
Deze overeenkomst definieert de rol van elke instelling – ADSEI levert de gegevens en FPB bereidt de prognoses voor – evenals de timing en de producten. De bevolkingsprognose 2012-2060 is gebaseerd op de bevolking per wijk, leeftijd, geslacht en nationaliteit zoals waargenomen op 1 januari 2012. Beschikbaarheid van de resultaten van de bevolkingsprognose 2012-2060 op de websites van het FPB en ADSEI.
Bevolkingsprognoses per jaar, leeftijd en geslacht, aangevuld met waarnemingen sinds 1991, worden voor alle bovenstaande geografische niveaus gepubliceerd op het FPB (http://www.plan.be) en ADSEI (http: //statbel .fgov.be). .
Observaties en hypothesen van demografische parameters in de Bevolkingsvooruitzichten 2012-2060
- Sterftecijfer 1. Observaties
- Hypothesen
- Vruchtbaarheid
- Nieuwe bron voor het aantal geboorten per leeftijd van de moeder
- Observaties
- Hypothesen
- Interne migratie 1. Observaties
- Hypothesen
- Internationale migraties
- Internationale immigratie a. Observaties
- Internationale emigratie a. Observaties
- Naturalisaties 1. Observaties
- Hypothesen
Op gewestelijk niveau blijft de stijging van de levensverwachting gedurende de projectieperiode hoger in het Vlaamse Gewest dan in de hoofdstedelijke gewesten Wallonië en Brussel en, zoals blijkt uit tabel 1, wordt de kloof groter. De minimale gegevens die nodig zijn om de vruchtbaarheid te bestuderen, zijn geboorten in verhouding tot de leeftijd van de moeder. Preventief worden slechts twee beschikbare jaren uit het Rijksregister (2010 en 2011) meegenomen bij het bepalen van de hypothese.
Daaruit blijkt dat het negatiever worden van het intern migratiesaldo in de periode 2009-2011 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitsluitend toe te schrijven is aan de toename van de uitstroom van Brusselaars met een buitenlandse nationaliteit naar de andere gewesten. Voor deze Bevolkingsvooruitzichten 2012-2060 worden de vertrekcijfers per leeftijd, geslacht en na- tionaliteit van elk arrondissement naar de andere arrondissementen, berekend op basis van de jaren 2009 tot 2011. Dat heeft geleid tot een neer- waartse herziening van de internationale migratie met gemiddeld ongeveer 17 700 personen in die periode.
De internationale immigratie neemt sinds 2000 toe en bereikte in 2010 een hoogtepunt, voornamelijk als gevolg van de regulering van niet-Europese migranten. Het is grotendeels deze daling die aan de basis ligt van de daling van de totale immigratie en de netto internationale migratie in 2011. Uiteindelijk hangt de internationale immigratie af van het staatsbeleid en de wereldeconomie.
Voor de instroom van burgers van de andere EU-15-landen is het cijfer van 2011 bijzonder hoog (bijna 50 000), vooral door de toename van de verschillen in levensstandaard tussen België en bepaalde Zuid-Europese landen als gevolg van de crisis. Op dat cijfer wordt een gemiddelde verlaging toegepast zodat in 2020 geleidelijk opnieuw het gemiddelde niveau van de periode 2009-2011 wordt bereikt. Bovendien wordt het cijfer van 2012 neerwaarts bijgestuurd met ongeveer 1 200 personen, op basis van de beschikbare informatie inzake de beperking van de verblijfsvergunningen om humanitaire redenen en van de eerste verblijfstitels in het kader van gezinshereniging.
De instroom van burgers uit de EU-12 en de rest van de wereld wordt bepaald door rekening te houden met een indicator van de economische aantrekkelijkheid van België. Dit wordt voor EU-12-burgers berekend als het verschil in BBP per per capita tussen België en de EU-12-landen. Deze langetermijnprognoses voor het bbp per per capita is voor de Europese lidstaten opgesteld door de Europese Commissie in het kader van de Ageing Working Group.
Voor beide groepen wordt in 2012 een exogene correctie toegepast waarbij rekening wordt gehouden met de beperking van de verblijfsvergunning. Voor deze bevolkingsprognose 2012-2060 gebruiken we per provincie de percentages emigranten naar het buitenland naar leeftijd, geslacht en nationaliteit, berekend op basis van het gemiddelde van 2009 tot 2011.
Projectie (2012-2060)
Algemeen overzicht van de loop van de bevolking
Waarnemingen omvatten statistische aanpassingen en vooruitzichten kunnen kleine afrondingsproblemen hebben.
Vitale indicatoren
Leeftijdsstructuur van de bevolking
In de raming is de sterkere groei van de mannelijke oudere bevolking een weerspiegeling van de inhaalbeweging van de levensverwachting van mannen ten opzichte van vrouwen (zie 2.1.2). Het percentage 65-plussers in de bevolking van het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap zou resp. Evenzo verlaat een groot deel van de Brusselaars de stad om zich in groenere en goedkopere woonwijken te vestigen, er een gezin te stichten of zich terug te trekken zonder er echt oud te worden.
Dit is vooral het geval voor het Vlaamse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, waar het stijgt van ongeveer 28% in 2012 tot 48% in 2060. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt dit effect beperkt door de impact van migratiebewegingen, zowel intern en internationaal, en de coëfficiënt stijgt van 20 naar 30%. De tabellen met de jaarlijkse ontwikkeling van de bevolking volgens leeftijd en geslacht voor de verschillende geografische niveaus zijn beschikbaar op de websites van het FPB en ADSEI.
Naast de vermelde vitale indicatoren (Tabel 3) worden verschillende maatstaven van de leeftijdsstructuur van de bevolking weergegeven in tabellen met coëfficiënten, waaronder die opgenomen in Tabel 4. Het FPB voert politiek belangrijk onderzoek uit op het vlak van economisch, sociaal-economisch en milieu velden. Daartoe verzamelt en analyseert het FPB gegevens, onderzoekt waarschijnlijke toekomstscenario's, definieert alternatieven, beoordeelt de gevolgen van politieke beslissingen en formuleert voorstellen.
Het stelt zijn wetenschappelijke expertise ter beschikking aan onder meer de regering, het parlement, de sociale partners, nationale en internationale instellingen. De resultaten van zijn onderzoek worden onder de aandacht van de gemeenschap gebracht en dragen zo bij aan het democratische debat. Om informatie en transparantie te bieden, publiceert het Federaal Planbureau (FPB) regelmatig de methoden en resultaten van zijn activiteiten.
De publicaties van FPB zijn georganiseerd in 3 reeksen: Outlook, Working Papers en Planning Papers.
Reeksen
Om de drie jaar stelt het in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer ook langetermijnprognoses op voor het verkeer in België. Ten slotte stelt het FPB, in samenwerking met ADSEI, elk jaar bevolkingsprognoses op lange termijn op. De werkmaterialen vertegenwoordigen de resultaten van lopend onderzoek in de studiegebieden van het FPB.
Ze worden gepubliceerd om bij te dragen aan de verspreiding van kennis, vooral over economische fenomenen, en om inhoudelijk debat te stimuleren. Ze zijn niet specifiek gericht op een gespecialiseerd publiek en zijn beschikbaar in het Nederlands en het Frans.
Overige publicaties
