We hebben specifiek gekeken naar de ontwikkeling van transactiviteit (zelforiëntatie, zelforiëntatie en anderoriëntatie, anderoriëntatie). In de volgende hoofdstukken bespreken we de resultaten van collectieve argumentatievaardigheden, attitudes ten opzichte van sociaal-technologische kwesties en kennis van de besproken wetenschappelijke en technologische concepten.
Andergerichte transactieve niet-argumentatie (ATN)
Omdat onze focus ook ligt op het meten van de mate van transactiviteiten tijdens de discussie hebben we het argumentatieschema van Iordanou (2010) aangepast en een onderscheid gemaakt tussen de eigen lijn van redeneren van leerlingen (eigen mening met argument, opstellen van argumenten, toelichten van argumenten en onderbouwen van argumenten met bewijs) en de capaciteiten van leerlingen om te reageren (verbinden van argumenten, opstellen van tweezijdige argumenten, generen van tegenargumenten als reactie op het argument van een ander en het genereren van weerlegging als reactie op een tegenargument). Het coderingsschema dat de operationalisatie van het concept collectieve argumentatievaardigheid weergeeft (zie tabel 2.1) is met Iordanou besproken en verbeterd.
Zelfgerichte transactieve argumentatie (ZTA)
De argumentatievolgorde van Iordanou (2010) die haar werk opnieuw baseerde op dat van Kuhn en Udell (2003). We definiëren een argument als een bewering die wordt ondersteund door redenen en/of bewijsmateriaal (Kuhn, Hemberger & Kait, 2014).
Zelfgerichte transactieve niet-argumentatie (ZTN)
Bewijs kan op verschillende manieren worden gedefinieerd, zoals "alledaags bewijs" (algemene kennis, ervaring, feiten) en "wetenschappelijk bewijs" (resultaten van empirisch onderzoek) (Barzilai, 2018). We kiezen voor een brede definitie van wetenschappelijk bewijs, waaronder ook kwalitatieve en kwantitatieve gegevens vallen die niet volgens wetenschappelijke methoden zijn verkregen, zoals (in het kader van discussies onder studenten) textielprijzen, de temperatuur van de dag of het nieuws. rapporten.
Andergerichte transactieve argumentatie (ATA)
Participanten
Projecten
Energie
Internet der dingen
Textiel
Spuitbussen
Plastic soep
Onderwerpen van de projecten
Leraren
Tijdens het onderzoek vroegen we deelnemers naar hun ervaringen. Lees hier wat zij vertellen over de projecten
Leerlingen “ Ik vond het heel interessant
- Procedure
- Kwantitatieve data-analyse
- Segmentatieproces en codeerproces
- A Genereren
- T Weerlegging van
- Kwalitatieve analyse
- Resultaten
- Conclusie
De aard van het project beïnvloedt de stimulering van de collectieve argumentatievaardigheden van de studenten tijdens een discussie. De meeste afwijzingen van tegenargumenten werden gevonden bij het plasticsoepproject in groep 1851 en het textielproject in groep 1262.
Tijdens het onderzoek vroegen we deelnemers naar hun ervaringen. Lees hier wat zij zeggen over collectieve
Je kunt ook het verschil zien in de snelheid van handelen [snel de voor- en nadelen vinden] in het eerste en tweede project. Ik geloof dat de minder goede kinderen iets leerden, maar degenen die al sterk waren, bleven dat omdat ze niet langer uitgedaagd hoefden te worden." Het klinkt heel gemakkelijk als we praten, maar ik heb bij sommigen gemerkt dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is, ze leren elkaar gewoon aan te kijken tijdens het praten.
Ik denk dat ze iets in hun rugzak hebben meegenomen, laten we het zo zeggen. Ik denk dat er op deze school veel voordelen zitten in het onderdeel dat een probleem met een groep oplost. Dat je veel meer moet overleggen, maar ook moet leren dat als je het niet met elkaar eens bent, dat helemaal niet erg is.”
Leerlingen “ Ik ben er wel iets beter in
Leerling
Leraar
Netwerk denken
- Kwalitatieve analyse
- Conclusie
In de textiel- en plasticsoep bespraken leerlingen uit alle groepen af en toe alle drie de perspectieven (ecologisch, economisch en sociaal) bij het bespreken van de oplossing. In het geval van plastic en de plastic soep wordt het belang van dieren ook benadrukt door afval in zowel land als water. In energie-, afvalwater-, plasticsoepen- en textielprojecten gaan leerlingen in gesprek over de rol en verantwoordelijkheden van de overheid, het bedrijfsleven en de consument.
Bij alle mogelijke oplossingen bespreken leerlingen de gevolgen van drie aspecten (ecologisch, economisch). Burgerschap speelt vaak in op de individuele verantwoordelijkheid en vooral op die van leerlingen (van der Ploeg, 2020; Guérin, 2018). In dit project worden leerlingen aangemoedigd om na te denken periodiek wordt er gerapporteerd over de gevolgen voor mens, dier en natuur van de plastic soep en plastic in de directe omgeving.
Tijdens het onderzoek vroegen we deelnemers naar hun ervaringen. Lees hier wat zij zeggen over netwerk
Attituden
- Attituden meten
- Methode
- Participanten
- Meetinstrument
- Analyse
- Resultaten
- Aptitude Treatment Interactie effecten Voor de ANCOVA’s waarbij de analyse voor de homogene
Er zijn ANCOVA's uitgevoerd om inzicht te krijgen in de effecten van de leeractiviteiten op de houding van leerlingen ten opzichte van SSI. Dit betekent dat het effect van de interventie op de afhankelijke variabele (T2 of T3) afhankelijk is van de score op de covariabele (T1- of T2-meting). Om inzicht te krijgen in het effect van de interventie op de betrokkenheid van de leerlingen bij POWI's zijn de verschillen in houdingsaspecten tussen de experimentele groep en .
Zie tabel 4.3 voor gemiddelden en standaarddeviaties op de acht attitudeaspecten, gemeten op de drie tijdstippen in de experimentele groep en de controlegroep. De stijging die we zien bij leerlingen die laag scoren op de covariabele is groter in de experimentele groep. Vaak zien we een daling in scores bij de leerlingen die hoog scoren op de covariabele, waarbij de daling groter is in de experimentele groep dan in
Collective efficacy T2 T3
Conclusie
Het bleek dat bij leerlingen die in eerste instantie laag scoorden, de scores in de experimentgroep meer stegen dan in de controlegroep. Bij leerlingen die in eerste instantie hoog scoorden, daalden de scores in de experimentgroep meer dan in de controlegroep. Deze daling in de score op zorgen kan duiden op een afname van de betrokkenheid bij SSI, maar we zien in de interviews dat dit ook te maken heeft met een realistischer beeld van de.
Wat betreft plezier gaven docenten in de eindgesprekken aan dat het van de groep en het vak afhing of de leerlingen de leeractiviteiten leuk vonden. ATI-effecten kunnen ook worden geïnterpreteerd als een ontwikkeling naar een realistischer beeld: studenten in de experimentele groep scoorden minder extreem hoge of lage scores dan studenten in de controlegroep. Als ik naar mezelf kijk, denk ik dat het ook aan mezelf ligt, omdat ik meer in de krant zie dan wat we kunnen bespreken.
Tijdens het onderzoek vroegen we deelnemers naar hun ervaringen. Lees hier over hun attituden
Ze hebben zich elke keer heel erg competent gevoeld in ‘wij weten daar wat van, wij kunnen daar wat mee doen’.”. Ik denk wel dat je op dit moment zaadjes plant en dat ze dat meenemen.”. Niet per se zorgen, maar wel dat ik het jammer vind hoe ze met de wereld omgaan met oorlog en de mensen en alles.
Als ik het op zou kunnen lossen zou ik dat wel doen, maar het is niet dat ik heel erg op zoek ben naar iets. Ik heb wel als je soms op tv van die magere kinderen ziet dat je denkt: zielig. Of als je iemand ziet die plastic weggooit dat je zegt dat er zoveel dieren aan doodgaan.”.
Leerlingen
Kennis
- Methode
- Participanten
- Analyse
- Resultaten
- Aptitude Treatment Interactie effect op de spuitbussen nameting
- Conclusie
Om inzicht te krijgen in de effecten van leeractiviteiten op kennis zijn ANCOVA’s uitgevoerd. De percentages goed op de posttest (B_P) en de mate van retentie (C_P) waren de afhankelijke variabelen (AV), de conditie was de onafhankelijke variabele (OV) en het percentage goed op de pretest (A_P) was de covariabele (CV ). Dit betekent dat het effect van de interventie afhankelijk is van de evaluatie vóór de meting.
Op de retentiemeting (gecontroleerd op doelloosheid) bedraagt het verschil gemiddeld 8,6 (spuitbussen) en 16,0 (plastic) procentpunten. Voor de ANCOVA op de aerosol na meting (B_P) wordt de aanname van homogene regressiehellingen geschonden (zie bijlage tabel 5.1). De score op de covariabele waar de regressielijnen elkaar kruisen en het effect van de interventieveranderingen (P) is 49,8.
Tijdens het onderzoek vroegen we deelnemers naar hun ervaringen. Lees hier wat zij zeggen over kennis
In de hele les over het omgaan met die auto van Lego [een doelles], denk ik dat ze 80% van alles over het internet der dingen hebben geleerd. Ik denk, gewoon op basis van wat we hebben gedaan met riolering, een beetje bewustzijn, omgaan met water, hoe kunnen we ooit schoon drinkwater uit de kraan krijgen.
Leerlingen “ Je leert er meer van (…) Toen we plastic soep
Training als voorwaarde
- Professionalisering
- Training
- Coaching
- Onderzoeksvragen evaluatiestudie Leidend waren de volgende onderzoeksvragen
- Methode
- Resultaten
- Training
- Coaching
- Conclusie
De professionaliseringsactiviteit was opgedeeld in drie delen: (1.) De training, (2.) De coaching en (3.) Het ontwerpen van eigen leeractiviteiten in samenwerking met de bedrijven. Om de perspectieven van de stakeholders zichtbaar te maken, hebben de docenten een netwerkkaart gemaakt van de verschillende stakeholders. Tijdens de coaching verschoof de focus naar het begeleiden van de studenten in hun samenwerking.
Voor de analyse van de coachinggesprekken is gebruik gemaakt van de video’s van de gesprekken tussen coach en docent. Zo geven de docenten aan dat de belangrijkste aspecten van het onderwijs behouden moeten blijven. De studenten hadden de voor- en nadelen van het damhert en de groeiende bevolking bestudeerd.
Tijdens het onderzoek vroegen we deelnemers naar hun ervaringen. Lees hier wat leraren zeggen over hun eigen
Algemene conclusie
Gedurende de twee jaar gebruikten studenten meer argumenten om hun standpunten te verdedigen en reageerden ze vaker op de argumenten van anderen. Bij de energie- en aerosolprojecten hielden drie van de vier groepen zich vooral bezig met milieuaspecten. Interessant genoeg begonnen de studenten tijdens de discussie in een groep over het energieproject ook strategisch na te denken: fossiele energie verkopen en daarin investeren.
Verder verwachten we dat studenten in de experimentele groep zich meer bewust zullen zijn van de complexiteit van de problematiek en hogere verslavingsscores zullen hebben. In de analyse werden de attitudes van de experimentele en controlegroepen vergeleken. Bij het doornemen van de tests riepen de resultaten en ervaringen een aantal vragen op over onze testmethode.
Pupils’ Attitudes towards
Socio-Scientific Issues (PASSI) vragenlijst
- Tabellen bij hoofdstuk 4
- Tabellen bij hoofdstuk 5
- bij hoofdstuk Training als voorwaarde
- bij hoofdstuk Training als voorwaarde Literatuurlijst
Bespreking van de inhoud van de les die de docent voor de coaching heeft ontwikkeld om de tijdens de training besproken vaardigheden te oefenen. De coach selecteert vier tot zes momenten op basis van het leerdoel van de docent. Direct na afloop van de les bespreken coach en docent de gekozen momenten en reflecteren zo samen op de gegeven les.
Het doel van de cijfers: reflectie, dus begin met vragen aan de docent wat hij daarin ziet. Ook veel dank aan Lars Henning en Quiette Kats voor het voorbereiden en verzorgen van de opleiding tot student en student-assistent. Bovenal willen wij alle scholen bedanken voor hun inzet, het meedenken en het helpen vormgeven van dit project.
Dankwoord
Het project ‘Samenwerken aan Wetenschapsburgerschap’ ging van start met een hecht team van junior en senior onderzoekers en studentassistenten. Naast hard werken en het bespreken van de PASSI-vragenlijst, het codeerschema en de kennistesten, hebben we ook veel plezier gehad. Wij willen iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van het project.
Speciaal dank aan Kim Evers die de PASSI vragenlijst met Juliette Walma van der Molen heeft opgezet, getest en afgenomen. Veel dank ook aan Alieke van Dijk, die als senior onderzoeker het codeerschema en de systematiek heeft medeontwikkeld, en aan Jory Tolkamp die als student assistent bij het project begonnen is, om vervolgens door te groeien tot medeonderzoeker, trainer en dierbare collega. Tenslotte dank aan alle collega’s van TechYourFuture die ons ondersteund hebben in het ontwikkelen van producten, het voorbereiden van conferenties en het meedenken over het verspreiden van onze methode.