• Nenhum resultado encontrado

plv. voorzitter Plantage Middenlaan 9 1018 DA Amsterdam R

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2023

Share "plv. voorzitter Plantage Middenlaan 9 1018 DA Amsterdam R"

Copied!
35
0
0

Texto

Alle elementen in de zaak leiden tot de conclusie dat het bestuur door toekenning van . Kappen van de bomen (bezwaar paragraaf 5.6): de randvoorwaarden stellen duidelijke eisen aan het behoud van de bomen, in het bijzonder de twee iconische iepen. De rechtbank concludeert – en volgt de gemeente hierin – dat de politieke besluitvorming geen onderdeel is van de bezwaar- en klachtprocedure. r.o. 5.2 en 5.3).

In juni 2014 stond het dossier tweemaal op de agenda van het stadsdeelbestuur. In onderdeel 5.2 van het beroepschrift hebben wij later betoogd dat het locatiebesluit als een essentieel onderdeel van het besluitvormingsproces moet worden beschouwd. De rechter merkt vervolgens op dat de gemeentedeurwaarder niet gebonden is aan de ‘meningen van de gemeenteraad’.

Wij verwijzen hier nogmaals naar de formulering in de raadsvoordracht, productie 5 bij het bezwaarschrift, ‘met inachtneming van de randvoorwaarden (…) het besluit te nemen.’. De dienst R&D stelt: ‘Voor de inpassing van het Namenmonument op deze locatie is het essentieel dat de zichtrelatie tussen de straat en de tuin van de Diaconie in stand blijft.‘ De doelomschrijving. De opmerkingen van de rechtbank met bijbehorende conclusie in deze paragraaf zijn dan ook onjuist.

De verklaringen van het bestuur kloppen echter niet, wat betekent dat de schijnbare instemming van de rechtbank ook onjuist is. Waar kijkt de rechtbank naar als het gaat over 'de totale oppervlakte van de grond met deze bestemming'. Wat de rechtbank zegt over de aard en reikwijdte van de wijziging hebben wij hierboven al besproken.

De rechtbank heeft ten onrechte niet onderkend dat, juist omdat het over veiligheid gaat, de belangen van de. De belangen van de buurt zijn niet geadresseerd, en de rechtbank ziet in dat alles ten onrechte geen probleem. En los daarvan ook dat het een belang heeft dat groter is dan het algemene belang van het behoud van de bomen.

Tot slot stelt de rechtbank (punt 8.4) dat het gemeentebestuur een vergunning mocht afgeven voor het kappen van het Namena-monument, aangezien het de vergunning heeft verkregen met de afgegeven bouwvergunning. De rechtbank stelt: "Het ontwerp en de grootte van het naammonument zijn aan de commissie gegeven bij de belangenafweging onder de kapvergunning." :NL:RVS:2011:BR2282), vooral voor de bewering dat het ontwerp van het monument is gegeven toen de kapvergunning werd afgegeven.

Niettemin was het kappen van bomen vanaf het begin een ontwerpconsequentie.

Belangenafweging

In dat kader vermeldt de rechtbank ook dat het kabinet de komst van het monument steunt, of beter gezegd heeft besloten het project financieel te steunen. In dezelfde paragraaf noemt de rechtbank als argument van de commissie dat op die plek 27 gebouwen van gedeporteerde joden stonden. Het lijkt erop dat de rechtbank hier het verweer van de gemeente citeert (ongedateerd), maar het citaat klopt niet.

De nota van de gemeenteraad 'gekozen voor de stad' en 'vooral voor'. Kortom, de rechtbank is van oordeel dat de gemeente redelijkerwijs meer gewicht zou kunnen toekennen aan de belangen van het monument van Namen. Hier verwijzen wij nogmaals naar paragraaf 6 van het beroepschrift, waar het Ook werd gerechtvaardigd dat er geen analyse is gemaakt van het belang van DIT plan op DEZE locatie ten opzichte van de belangen van de buurt.

Ook daarom had ten minste een onderbouwing gegeven moeten worden van het belang van dit ontwerp opdat ook wat dit betreft een belangenafweging had kunnen plaatsvinden. Er zijn nog enkele andere punten, alle relevant voor de belangenafweging, die ten onrechte bij de behandeling in beroep door de rechtbank buiten beschouwing zijn gebleven. a) verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente wijst echter voortdurend naar het NAC als ‘de initiatiefnemer’, en laat alles, zonder enige sturing, over aan de wensen van het comité.

Het bestuur is immers vanaf het begin zeer nauw betrokken bij het hele proces, de NAC heeft in nauw overleg met de gemeente gehandeld. De gemeente heeft dus onrechtmatig gehandeld jegens omwonenden, mede in het licht van de vele beloftes over de te volgen 'zorgvuldige' procedure. Zoals hierboven vermeld heeft de gemeente het exacte belang van het vergunde ontwerp niet onderbouwd.

Er is het project Digitaal Joods Monument, met alle namen, achtergronden, foto’s en verhalen, dat nog steeds wordt aangevuld, en het boek ‘de 102.000 namen’. En zo is en blijft alles beperkt tot de wens en de keuze van het NAC. Die keuzes van het NAC zijn zonder een woord, een vraag, of een gedachte, overgenomen door de gemeente.

Procedurele rechtvaardigheid

Al het bovenstaande is relevant voor de wijze waarop in dit dossier over belangenafweging gedacht moet worden. Wij menen dat een dergelijke situatie in algemene zin niet als ‘niet rechtvaardig’ kan worden beschouwd, omdat het betekent dat burgers feitelijk onvoldoende rechtsbescherming vinden tegen besluiten van de overheid die hen rechtstreeks raken. De overheid heeft een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het rechtssysteem, en vanuit dat uitgangspunt behoort de zorg voor procedurele rechtvaardigheid onderdeel te zijn van het geheel aan afwegingen dat in de juridische procedure aan de orde is.

Het Dossier van het Namenmonument kan worden beschouwd als een tekstueel voorbeeld van de kwesties die hij in zijn boek aan de orde stelt. Verburg betoogt in dit verband dat het – binnen bepaalde grenzen – een keuze is van de rechter om welke feiten en welke rechtsregels het gaat. Bij die keuze zullen de feiten van de zaak een belangrijke rol spelen, maar ook de vraag of (mede) procedurele rechtvaardigheid beoogd wordt.

In dit geval is relevant dat de buurt de procedure vanaf het begin als zeer oneerlijk heeft ervaren, door gebrek aan informatie, achterlopen op de feiten, geen toegang daartoe. De specifieke kenmerken (de gevoeligheid en ernst van het dossier, de Holocaust, het beoogde nationale karakter van het monument etc.) hadden het bestuur als extraatjes. Hoe het ook zij, de bewoners die tegen de beslissing van de rechtbank in beroep gingen, hadden het gevoel moeten hebben dat hun argumenten serieus waren genomen, volledig en objectief waren overwogen en aan onafhankelijke overweging waren onderworpen.

Een Holocaustmonument in Naam is in algemene zin een zaak van groot belang en vergt daarom grote voorzichtigheid van het bestuur en een transparante planontwikkeling, gevoed door een open discussie. Van voorzichtigheid vanuit het bestuur was echter geen sprake, noch van een open discussie. De hele gang van zaken, dit hele verhaal baarde de Plantage-Weesperbuurtvereniging grote zorgen, vooral vanwege het besef dat burgers, ook (of misschien wel vooral?) in belangrijke zaken, feitelijk geen verdediging hebben tegen de macht van de overheid. .

De wet biedt hen dus geen effectieve bescherming, ook niet als het gaat om duidelijk onbehoorlijke politieke besluitvorming, onvoldoende voorbereiding van de afgifte van vergunningen, niet als ze de toezegging niet nakomen dat met hun belangen rekening wordt gehouden , als er ongezonde methodes worden gebruikt, en zelfs als woorden en feiten worden gemanipuleerd. De indruk bestaat dat ook in dit geval de onafhankelijke rechter min of meer standaard en a priori uitging van de juistheid van het standpunt van de raad. Je staat met 5-0 achter', zei een PvdA-vertegenwoordiger in de commissie Centra Centrum ooit toen buurtbewoners tijdens een commissievergadering hun bezwaar wilden uiten.

Referências

Documentos relacionados

Het Boek der Natuur cq Gezag van de Bijbel No.1017 17 men het eigen werk der canonisatie toedichten aan de heilige Geest, terwijl het in werkelijkheid de bisschoppen waren die het werk