• Nenhum resultado encontrado

1 OVERZICHT OVERLEGVORMEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2023

Share "1 OVERZICHT OVERLEGVORMEN"

Copied!
60
0
0

Texto

Jonge kinderen kunnen op de vlakken van de mat tekenen (zie ook het tekenblad). Kinderen krijgen een begeleid plaatje om iets op te tekenen, bijvoorbeeld verkeersborden, uitgeknipt in het midden van hun blad. >.

Een vorm van tekenen

VERKEERSBORDEN: Regels en afspraken bespreekbaar maken

Waarom?

Hoe?

Voor wie?

Hoelang?

Waarmee?

Aan de slag

Groepsindeling

Of laat leerlingen eerst hun foto's toelichten en laat anderen daarna reageren of vragen stellen. Tijdens de klasrondleiding legt elke groep hun foto's uit aan de rest van de klas.

MENINGSUITDRUKKING VIA FIGUREN

Je bespreekt de vraag of stelling met de klas, schrijft het antwoord of de klasopinie en deponeert deze in de brievenbus. Help kleuters of kinderen die nog niet kunnen schrijven aan hun buskaartjes.

Hoe lang?

Om een ​​band te creëren tussen de kinderen en de klasbus is het belangrijk om de bus elk jaar opnieuw in te richten of te schilderen. Plaats een ideeënbus in elk klaslokaal en in alle andere ruimtes waar de schoolacteurs samenkomen (inclusief het secretariaat en de conciërges en schoonmakers).

Vóór stap 1 - De opstart: welke vragen moet je eerst uitklaren?

Gebruik de ideeënbus als kanaal om agendapunten (ideeën, problemen, suggesties) van kinderen te verzamelen of om te weten te komen wat er op uw school gebeurt. Aan de ideeënbus hangt een wasknijper waaraan de studentenraad regelmatig een stelling of vraag hangt.

DE IDEEËNBUS, KLASBUS

Moedig je leerlingen bijvoorbeeld aan om iets op te schrijven wat ze in de klas of in de gang naar voren brengen en in de bus te hangen. Als leerkracht heb je regelmatig discussies in je klas over samenleven, regels en afspraken op school en in de klas.

Twee sleutels tot succes

In een klaslokaal met een ideeënbus hebben de leraar en elke student de mogelijkheid om een ​​idee op te schrijven zodra het in hem opkomt. Een zekere afspraak is om samen de inhoud van de ideeënbus te bekijken, te sorteren (klas- en schoolniveau) en op de juiste plek te bespreken.

Koppel de ideeënbus aan het klasgebeuren en geef gevolg aan de briefjes

Om de ideeënbus levendig te houden, is er een sterke ondersteuning van elke leerkracht nodig. Iedereen bespreekt op hetzelfde moment hetzelfde onderwerp: de stelling, uitspraak of vraag die in de groene enve- lop zit.

Vóór stap 1 - De opstart: welke formule gebruik je?

Kinderen hebben het recht om informatie met elkaar en met volwassenen te delen. De groene enveloppenmethode is handig om alle studenten te bevragen over bepaalde onderwerpen, voorstellen of plannen.

HET GROTE GROENE ENVELOPMOMENT

De directie of een andere verantwoordelijke formuleert een uitspraak op een manier die discussie in de klas of daarbuiten uitlokt. Stap 2 - Deel groene enveloppen uit en bespreek de stellingen in de klas: wat vind je ervan? Tijdens het spelen of voordat de schooldag begint, hangt iemand de groene envelop in de klaslokalen.

Alle actoren van de school moeten ervaren dat hun mening serieus wordt genomen en dat er iets mee wordt gedaan. Kinderen hebben ook het recht om hun mening en ervaringen te uiten en te delen. Het doel van deze methode is om onderwerpen (ideeën, problemen of suggesties) van studenten te verzamelen die zij belangrijk vinden.

8 DOBBELEN EN KAARTJES INVULLEN*

Je wilt vooral weten welke problemen of ideeën de leerlingen hebben, en je wilt dit op een leuke manier doen. Op de kaarten schrijven leerlingen problemen of haalbare ideeën voor de klas of school. Elke groep kiest een woord (of aantal stippen) uit de dobbelstenen - weten, denken, spreken, beslissen, deelnemen: dit is hun groepswoord of groepsnaam.

Dan kan het kind dat aan de voortafel zit naar de middentafel lopen en een suggestie of probleem op de kaart schrijven. Het idee is dat groepsleden (terwijl ze op hun beurt wachten) samen nadenken over welke problemen, ideeën of suggesties ze op de kaarten kunnen schrijven. Dus zetten ze de voorste speler in hun groep zo neer dat ze snel twee voltooide kaarten midden op tafel krijgen.

DOBBELEN EN KAARTJES INVULLEN

Vervolgens maak je duidelijk wat je achteraf (samen) met de suggesties en informatie wilt doen. Leg alle puzzelstukjes met de kaarten bij elkaar op de middelste tafel en bespreek ze met de hele klas. Loop tot slot nog eens alle thema's door om er zeker van te zijn dat de genoemde thema's allemaal op papier staan.

Dit is belangrijk voor later (een andere les) als je bijvoorbeeld prioritaire thema's kiest om aan te werken. Je krijgt ofwel een lijst met thema's ofwel een lijst met interpretaties, zorgen en suggesties voor één thema. In beide cases onderzoek je wat wel en niet kan en waar je samen met je studenten aan wilt werken.

TIJDSLIJN

Kinderen hebben het recht om informatie te ontvangen of openbaar te maken en om hun mening te uiten. Het doel van deze methode is om samen met de studenten meer informatie te verzamelen over een probleem, idee of voorstel. Dit doe je om de mogelijkheden en beperkingen helder te krijgen en de haalbaarheid te toetsen (zie pagina 67-70).

De uitgangssituatie is: jij en je leerlingen hebben thema's (problemen, ideeën, suggesties) gekozen waar je aan wilt werken.

DETECTIVESPEL

Wat weten we al?

DETECTIVESCHRIFT

Wat weten we misschien nog niet?

Waar kunnen we de ontbrekende informatie vinden?

Kinderen hebben ook het recht om hun gedachten en ervaringen te delen, deel te nemen aan discussies en deel te nemen aan de besluitvorming. Ze gaan van een lijst met "mijn favoriete onderwerpen" naar een lijst met "onze favoriete onderwerpen".

DE PLACEMAT *

Het doel van deze methode is om met de studenten te overleggen en te kiezen. De vier gerechten die de hele groep het lekkerst vindt, worden op volgorde in het middenvak geplaatst. Heb je al met de hele klas of met een werkgroep een lijst met thema's opgesteld?

Vervolgens kiezen de leerlingen uit de lijst (op het bord) de vier onderwerpen die zij het belangrijkst vinden (zie pagina 58). Het idee is om de vier – of meer of minder – ideeën of suggesties op te schrijven die het belangrijkst lijken voor de groep in het middelste gedeelte. Controleer door de onderwerpen tegelijkertijd door te nemen of alle onderwerpen die de leerlingen hebben genoemd, zijn opgeschreven.

DE PLACEMAT

Nadat je hebt uitgelegd wat je vandaag doet en waarom, leg je uit hoe je met de placemat werkt. In stap 2 schrijft elke leerling zijn eigen ideeën en suggesties in zijn hoekje van de placemat. Tips voor het samenwerken en afstemmen met je leerlingen vind je in hoofdstuk 3 onder 'Opzetten en voortgang' (pagina 52-53).

Kinderen hebben het recht om invloed uit te oefenen op de plaatsen die voor hen belangrijk zijn. Met deze methode beïnvloeden de deelnemers het reilen en zeilen van de school of van een activiteit, een project of een cursus. Aan iedereen die iets met de school te maken heeft: de kinderen, al het personeel (ook schoonmaakpersoneel, klusjesdienst, secretariaat), de ouders.

DIT KAN ANDERS’-PRIKKERS

Kinderen, jongeren en alle andere betrokkenen worden met 'dit kan ook anders'-stokjes bevraagd in en over de plekken waar ze regelmatig zijn. De informatie op de stokjes kunt u het beste binnen een week verwerken zodat de betrokkenheid hoog genoeg blijft. Tijdens speeltijd of een ander vrij moment kunt u bijvoorbeeld vanaf de bovenste verdieping naar ieders doen en laten kijken.

Maak de deelnemers vertrouwd met de structuur en het verloop van de activiteit (zie ook het werkboek op pagina 49). Afhankelijk van de vaardigheden van uw kinderen en uw manier van lesgeven, kunt u een stift uitdelen. Quizvragen (foto's), macro-opnamen van andere plaatsen of klassiekers: foto's van volwassenen uit de kindertijd.

Lunch met de baas

Speakers’ corner

Het leerlingencontact

Werken met een rebus

KLEINE METHODIEKEN

Werken met een klasvlag

Werken rond realistische en onrealistische voorstellen

Je kunt verschillende methodieken uit het werkboek en de sheets toepassen in verschillende stappen van een project. Op pagina 54-61 van het werkboek vind je kleine en grote werkvormen om leerlingen te helpen bepalen aan welk thema je gaat werken.

DE EXPLORATIEROOS

Als je de leerlingen ook laat participeren en een actieve rol laten spelen, zal hun betrokkenheid aanzienlijk toenemen. Of je laat de leerlingen eerst brainstormen en in groepjes de lege plekken invullen en dan alle ideeën bij elkaar gooien. Met andere woorden: hoe ver wil of kan je gaan bij het uitwerken van het thema.

Geef de leerlingen vervolgens een kader om te denken en ideeën uit te drukken. Wat voor de hand ligt (waar we meteen aan denken) om in te vullen voor dit thema. Om samen met de leerlingen keuzes te maken, kun je werken met de methodieken in het werkboek op pagina 62-66 ('prioriteiten bepalen').

Mensen van buiten de school

GERINGE AFSTAND

VERRE AFSTAND

THEMA

DOMEIN

Wie en wat?

Leerlingen en de schoolraad?

Hoe betrek je de leerlingen erbij?

Adviesbevoegdheid

DE SCHOOLRAAD

Overlegbevoegdheid

Evaluatie van projecten en

EVALUATIEMETHODIEKEN

Daarnaast bieden we ook werkvormen aan waarbij de docent zijn eigen handelen bespreekt met de leerlingen. Geef van tevoren aan - of herhaal - wat het doel van de activiteit was en dat het doel zelf (bij voorkeur) niet te beoordelen is: bijvoorbeeld 'niet sporten' kan niet op een sportdag. Stel, afhankelijk van het onderwerp of de activiteit die je beoordeelt, een andere doelvraag.

Leerlingen doorlopen elk gebied van het raster (behouden, laten vallen, toevoegen, aanpassen) met de vraag in gedachten. Na de evaluatie hebben kinderen ook recht op informatie over wat er met hun opmerkingen gebeurt en waarom de school geen rekening houdt met sommige opmerkingen. Daarna volgt feedback aan de studenten en andere actoren over de resultaten en wat ermee te doen.

Evaluatie van het algemene welbevinden in de klas

Gaat het om een ​​bredere evaluatie die de hele school raakt, dan kan je feedback geven via elke klas afzonderlijk, via de klassendoos met wasknijpers, via de groene envelop, via een nieuwsbrief of een grote poster op het prikbord.

Werken met een open vragenlijst

Omdat sommige vragen een ontkenning in de zin bevatten, moesten leerlingen serieus nadenken. Deze beoordeling maakt deel uit van het participatieve werk in je klas (studenten geven advies) en de resultaten blijven daar.

CHARTER

INKLEURPOSTER

KINDERRECHTENFEEST

VIER JE SCHOOLFEEST OP EEN PARTICIPATIEVE MANIER

Op de kleurenposter van de Commissaris voor de Rechten van het Kind maken kinderen zich bewust van hun rechten op drie gebieden: op school, thuis en in hun buurt. Bestel het boek CREAKEL (Onderwijs over kinderrechten in kleuterscholen en lager onderwijs) bij Wereldwerkplaats (www.wereldwerkplaats.be). Haal de tentoonstelling bij je thuis (www.jeugdenvrede.be) of stel hem samen met de kinderen samen.

Elke klas stopt haar antwoorden op enkele vragen in de envelop en bezorgt die dan terug aan het feestcomité. Hoe krijg je het feest in de buurt en hoe krijg je de buurt in het feest. In de binnenste cirkel van de exploratieroos komen de hel- pers op het feest en in de buitenste cirkel de mensen met er- varingen rond kinderrechten.

Op zoek naar de map ‘Oprechte Deelneming’?

Referências

Documentos relacionados

J´ a que ´ e veross´ımil que os parˆ ametros de consumo individual s˜ ao diferentes, ent˜ ao qualquer tentat´ıva de relatar o consumo agregado ` a salario agregado (por exemplo)