• Nenhum resultado encontrado

Verkenning van verdelingen van de doelstellingen en de opportuniteiten van het klimaat- en energiepakket in België

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2023

Share "Verkenning van verdelingen van de doelstellingen en de opportuniteiten van het klimaat- en energiepakket in België "

Copied!
101
0
0

Texto

Voor de niet-ETS-sectoren zouden de verdelingsmogelijkheden voor de emissiereductie (tabel 6 in deze studie) kunnen worden bepaald door de bovengenoemde methode op de indicatoren en ver‐. De vraag rijst dan ook op welk politiek niveau de verantwoordelijkheid ligt voor het realiseren van de doelen. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) lopen de resultaten veel meer uiteen in functie van de gebruikte verdeelsleutels en indicatoren.

De resultaten van de voorgestelde opties voor de verdeling van doelstellingen voor het aandeel hernieuwbare energie in BFEV zijn terug te vinden in tabel B (die tabel 17 van de studie samenvat). Ook hier is de variabiliteit van de resultaten groter voor het BHG dan voor de twee andere Gewesten. De verdelingsmogelijkheden van Tabel 2 zijn ook berekend zonder het deel van de nationale doelstelling dat behaald kan worden door duurzame energie in het buitenland in te kopen.

In de ETS-sector moet de opbrengst van de verkoop van emissierechten die worden geveild worden verdeeld. Ten slotte geeft de studie met betrekking tot de mogelijkheden om streefdoelen voor het aandeel hernieuwbare energie in het vervoer te verdelen argumenten voor a‐.

Tabel A:  Gewestelijke emissiereductiedoelstellingen voor broeikasgassen in de non-ETS- non-ETS-sectoren, in reductiepercentage tussen 2005 et 2020
Tabel A: Gewestelijke emissiereductiedoelstellingen voor broeikasgassen in de non-ETS- non-ETS-sectoren, in reductiepercentage tussen 2005 et 2020

Inleiding

In 2005 vertegenwoordigde de ETS-sector ongeveer 40% van de broeikasgasemissies in de EU-27 en België. Het doel van deze studie is het analyseren van de verspreidingsmogelijkheden op Ge‐. Vaak draagt ​​het behalen van een van de doelstellingen bij aan het behalen van de andere twee doelstellingen.

Omgekeerd heeft een toename van het aandeel van RES in het energieverbruik een neerwaarts effect op de prijs van emissierechten. Deze studie is een empirische analyse van verschillende toewijzingsopties voor die doelstellingen en inkomsten. Het omvat een keuze van parameters of gewichten die nodig zijn voor de concrete implementatie van de aanpak en sleutel.

Voorbeelden van bestaande verdelingen of van verdelingen in studies

Verdelingen in de ETS-sector 30

De verdeling van emissiereducties in de ETS-sector gebeurt dus volgens de wetten van de markt, met een nivellering van de marginale reductiekosten en een minimalisering van de totale reductiekosten. Deze indelingen behoeven daarom in het kader van deze studie niet te worden besproken. Het klimaat- en energiepakket voorziet echter in een verdeling over de lidstaten van de te veilen emissierechten aan bedrijven in de ETS-sector en in een verdeling van de opbrengst van die veiling.

In het Europees klimaat‐ en energiepakket worden de te veilen emissierechten vooral verdeeld op basis van de CO2‐uitstoot van de ETS‐sector in 2005. De Richtlijn (artikel 10) bepaalt dat ʺde lidstaten bepalen hoe de opbrengsten van de veiling van emissierechten worden gebruikt. Ten minste 50 % van de opbrengsten uit de veiling van de emissierechten moet worden gebruikt’ voor beleidsmaatregelen om de klimaatverandering te‐.

Er is een grote hoeveelheid literatuur over de verdeling van broeikasgasemissiereducties over landen of regio's van de wereld die nodig zijn om het klimaat te stabiliseren. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen als fundament van economische en sociale ontwikkeling. Deze sectoren komen over het algemeen overeen met de binnenlandse industrie van de drieluikbenadering, die uitgaat van convergentie van de uitstoot van broeikasgassen door individuele sectoren.

Een gemiddelde resterende inspanning per inwoner, door Qr te delen door de bevolking van de EU;. De berekeningswijze voor het aandeel elektriciteit van hernieuwbare oorsprong in de teller van de breuk wordt gedefinieerd in de Richtlijn. Elke lidstaat kan ofwel het gemiddeld aandeel van de hernieuwbare elektriciteit in de EU gebruiken, of het aandeel van het land zelf, twee jaar voor het beschouwde jaar.

Deze berekeningsmethode is gekozen om rekening te houden met het gemiddelde rendement van elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen voor gebruik in transport.

Een methode op basis van billijkheidsbeginselen en van doelstellingen van duurzame ontwikkeling43

Een dergelijke procedure zou ook kunnen worden gevolgd voor de verdeling van de ontvangsten tussen de Gewes‐. In het kader van deze studie zal het beschikbaar inkomen (BI) worden gebruikt als indicator van het regionaal inkomen in plaats van het bbp (gebruikt als indicator van economische activiteit) omwille van de homoge‐. Het economisch reductiepotentieel is echter een omgekeerde functie van de reductiekosten (hoe lager de kosten, hoe groter het potentieel).

Het economische reductiepotentieel is echter een omgekeerde functie van de reductiekosten (hoe lager de kosten, hoe groter het potentieel). NE Lineaire functie van de BI/inwoner(2005) – aanpassing van de klimaat- en energiepakketsleutel NF Proportioneel aan de BI/inwoner(2005). In de overige literatuur is, met uitzondering van het klimaat- en energiepakket, geen voorbeeld gevonden van de verdeling van duurzame energiedoelstellingen.

Na verdeling van de doelstellingen over de regio's kan per regio het productieniveau voor hernieuwbare energie in 2020 worden berekend. RC1 De toename in procentpunten van de bijdrage Ri/CN in elke regio tussen 2005 en 2020 is evenredig met het finale bruto energieverbruik van elke regio Ci (geschat voor 2020). RD1 Het stijgingstempo van de bijdrage Ri/CN in elke regio tussen 2005 en 2020 is evenredig met de energie-intensiteit (C/BBP) van elke regio (waarde 2005).

RC2 De stijging in procentpunten van de bijdrage van Ri/CN in elke regio tussen 2005 en 2020 is evenredig met het beschikbare inkomen (in 2005) van elke regio. RD2 Het stijgingstempo van de bijdrage van Ri/CN in elk gewest tussen 2005 en 2020 is evenredig met het beschikbaar inkomen per inwoner (in 2005) van elk gewest. RC3 De toename in procentpunten van de bijdrage van Ri/CN in elke regio tussen 2005 en 2020 is evenredig met het economisch potentieel van elke regio.

RD3 Het stijgingstempo van de bijdrage van Ri/CN in elke regio tussen 2005 en 2020 is evenredig met het economisch potentieel van elke regio.

Tabel 1:  Verschillen (bbp, inkomens, uitstoot) tussen de Gewesten, 2005
Tabel 1: Verschillen (bbp, inkomens, uitstoot) tussen de Gewesten, 2005

Verdelingen in de ETS-sector 62

Deze paragraaf bevat verschillende verdelingsmogelijkheden voor de broeikasgasreductiedoelstellingen in de niet-ETS-sectoren. De regionale doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen die voortvloeien uit de verschillende onderzochte verdelingsopties voor niet-quotumsectoren zijn weergegeven in de tabellen 13a en 13b. Wat het reductiepercentage betreft, liggen de doelstellingen rond de -15%, behalve in het geval van NH (reductiepercentage evenredig aan de broeikasgasintensiteit van de niet-ETS-sectoren), waaruit blijkt dat de koolstofintensiteit van de niet-ETS-sectoren hoger is in het Waalse Gewest.

Opmerking: op kosten gebaseerde verdeelsleutels en potentiële indicatoren worden niet geschat wegens gebrek aan gegevens. De resultaten met dat scenario wijken iets af van de resultaten met het eerste scenario (bovenaan Tabel 13b). Wanneer de energie-intensiteitsindicator wordt gebruikt, zijn de waarden vrij laag, aangezien deze indicator in het BHG beduidend lager ligt dan in de andere twee Gewesten.

In deze variant wordt het windturbinevermogen op de Noordzee vastgesteld op 2080 MW en stijgt de BFEV op 7,6. Voorraadniveau als lineaire functie van BI (Europese pakketsleutel). Toelichting: Verdelingssleutels op basis van kostenindicatoren zijn niet geschat wegens gebrek aan gegevens.

Deze studie definieert en berekent een reeks leveringsopties voor de doelstellingen en kansen van het EU-klimaat- en energiepakket voor alle regio's en de federale overheid. In de ETS-sector worden bijvoorbeeld de opbrengsten uit de verkoop van emissierechten geveild. De resultaten van de in deze studie berekende verdelingsopties laten verschillende trends zien, afhankelijk van de verdeling van emissiereductiedoelstellingen in niet-ETS.

Voor de allocatiemogelijkheden van emissiereductiedoelstellingen in sectoren die niet in het ETS zijn opgenomen, is de berekende doelstelling (Tabel 13) doorgaans hoger voor het Vlaamse Gewest dan voor het Waalse Gewest. Voor de opties voor de verdeling van doelstellingen voor het aandeel hernieuwbare energie is het berekende resultaat (Tabel 17) doorgaans hoger voor het Waalse Gewest dan voor het Vlaamse Gewest. De keuze van indicatoren moet de complexiteit van het terrein zo nauwkeurig mogelijk weergeven.

Tabel 12:  Gegevens voor de Gewesten en voor België in 2005
Tabel 12: Gegevens voor de Gewesten en voor België in 2005

Bibliografie

Grobben Patricia, Van Steenberghe Vincent, 18 September 2008, presentation of the study ʺImpact of the EU energy and climate package on the Belgian energy system and economyʺ by the Federal Planning Bureau, available at www.climat.be/spip.php?article399 (consulted on May 11, 2009). IPCC (2007), Climate change 2007, Climate change mitigation, Working Group III contribution to the fourth assessment report, Geneva: IPCC. 2008), Differentiating countries in terms of mitigation commitments, actions and support, Paris: OECD/IEA. Karousakis Katia, Chateau Jean (2009), Differentiating Commitments to Mitigate Climate Change, ac‐. and support in major GHG emitting economies ‐ concept for review, Paris: OECD/IEA. 2002), Towards a just global climate regime: compatibility with Article 2 of the Climate Convention and the link with sustainable development, Climate Policy September 2002.

Overlegcomité van de Federale Regering – ​​Gemeenschaps- en Gewestregeringen (2004), Samenwerkingsakkoord: Kyoto – Nationale lastenverdeling.

Bijlagen

In het geval van gemeenschapsfinanciering krijgen ze een deel van de btw toegewezen. De belangrijkste indicatoren in deze verdeling houden rechtstreeks verband met de hoofdactiviteit van de gemeenschap, namelijk onderwijs. Bij de financiering van regio's wordt de nationale solidariteit per regio berekend op basis van het gemiddelde inkomstenbelastingrendement per inwoner van de regio.

Wat de financiering van de gemeenschappen betreft, worden de btw-ontvangsten verdeeld op basis van verdeelsleutels op basis van complexe formules op basis van het aantal leerlingen of het aantal inwoners jonger dan 18 jaar. Federaal: De term federaal verwijst naar wat binnen de bevoegdheid valt van de federale staat en zijn territoriale bevoegdheid over de Noordzee behoort. Deze indicator meet de productie van de economische actoren op basis van waar de toegevoegde waarde wordt gecreëerd.

Interessant is echter dat we de productie van economische eenheden ook kunnen kwantificeren op basis van de woonplaats. Het marktpotentieel geeft de verwachte vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (of toename van de productie van hernieuwbare energiebronnen) weer, wat betekent dat dit potentieel alleen rekening houdt met het beleid en de maatregelen die van kracht zijn op het moment van de potentiële beoordeling.

Het wordt berekend op basis van de particuliere kosten, zonder de externaliteiten te internaliseren, en de particuliere actualisatievoet. Het economisch potentieel geeft de BKG‐emissiereducties (resp. de stijgingen van de pro‐ . ductie van hernieuwbare energie) die kunnen worden verwacht, d.w.z. Die beleidslijnen beïnvloeden bijvoorbeeld de prijs van de BKG‐emissierechten of de steunmaatregelen voor de productie van her‐.

Het fysisch potentieel is de hoogste limiet die door de wetten van de fysica is bepaald, bij‐.

Imagem

Tabel A:  Gewestelijke emissiereductiedoelstellingen voor broeikasgassen in de non-ETS- non-ETS-sectoren, in reductiepercentage tussen 2005 et 2020
Tabel B:  Gewestelijke doelstellingen voor het aandeel van hernieuwbare energie in het bruto  finaal energieverbruik van elk Gewest, 2020*
Table A:  Regional GHG emissions reduction targets for non-ETS, expressed in percentage re- re-duction between 2005 and 2020
Table B:  Regional targets for the share of renewables in the gross final consumption of energy  of each Region, 2020
+7

Referências

Documentos relacionados

The Leveraged Cost of Energy (LCOE) is the selling price of energy (€/kWh) that sets the NPV to zero, assuming all energy generated by the panels is sold to the grid. It is